Folkwin Hulshof

Blog-peopleoftwomorrow-FolkwinHulshof

Er stroomt wel wat activistisch bloed in mij. Na mijn basisopleiding geneeskunde heb ik met Greenpeace gevaren als scheepsarts. Ik was al een jaar of 10 betrokken bij Greenpeace. Op koude zaterdagen stonden we op de Oude Gracht in Utrecht met een standje om mensen te waarschuwen voor klimaatverandering. Ondanks dat ik geen zeebenen heb, wilde ik op dat schip de hele wereld gaan verbeteren. Dat inzicht heb ik inmiddels wel gekregen dat dat niet zo gaat, maar het idealisme is gebleven. Ik draag graag iets bij aan een groter geheel. Mijn keuze voor de psychiatrie is ook gekomen vanuit een soort idealisme. Ik zag zulke trieste situaties, zoveel suïcides en zoveel verdriet bij mensen. Hier kan ik iets doen, dacht ik.

Ik ben in Drenthe opgegroeid in een klein dorpje, Stuifzand. Op de basisschool kregen alle jongens het advies om naar de LTS te gaan, alle meisjes gingen naar de huishoudschool. Ik kreeg ook een LTS-advies. Als mijn ouders toen niet hadden gezegd: ‘Ga eens bij de mavo kijken’, had mijn leven er totaal anders uit kunnen zien. Het zijn dit soort kleine momenten die heel bepalend kunnen zijn in je leven, daar ben ik van overtuigd. Na een toelatingstest, ben ik op de mavo gestart, daarna havo en vwo. Dat zijn wel uitdagingen geweest, het heeft iets gedaan met mijn zelfbeeld. De mores was toch, doe maar niet te gek en steek je hoofd niet boven het maaiveld uit.

Uiteindelijk is dit traject ook heel waardevol voor me geweest. Ik kan me goed verplaatsen in iemands achtergrond, ik ben daar thuis geweest, ik heb er tussen gezeten. Daardoor ben ik geen standaard academische psychiater, maar ook een sociaal psychiater.

Soms komen mijn kinderen thuis en zeggen: ‘Papa, jij werkt toch met gekken?’ In de media worden woorden als ‘gek’ en ‘gesticht’ niet meer gebruikt, maar in de volksmond kom je ze nog altijd tegen. Stigma’s zijn diepgeworteld. Om daar vanaf te komen, moet je mensen zo min mogelijk isoleren. Juist het zichtbaar maken en de ontmoeting leidt tot normalisering. Laat mensen waar kan aanhaken bij reguliere initiatieven, regulier werk en vraag participatie vanuit het eigen sociale netwerk. Zo raken mensen ermee bekend, gewoon door het tegen te komen in hun dagelijks leven. Voor ons als organisatie betekent dat ook de luiken openzetten naar buiten, veel meer samenwerken. Daar is nog een wereld te winnen. Ik geloof ook erg in het stuk preventie. Mijn kinderen krijgen gymnastiek op school, ik zou daar heel graag het vak hersengymnastiek aan toevoegen. Niet eenmalig, maar in het standaard pakket.

Mijn aandeel als psychiater is beperkt, dat realiseer ik me. Er zijn zoveel factoren die een rol spelen in iemands mentale gezondheid, zoals werk of het hebben van een relatie. Als ik een stukje aan iemands leven bij kan dragen, vind ik dat mooi. Zo heb ik een patiënt en door medicatie is hij stabiel. Hij heeft een baan en de werkgever is helemaal tevreden over hem. Hij is heel trouw, hij is nog nooit te laat geweest en hij gaat nooit te vroeg weg. Daar stoort hij zich ook wel eens aan bij andere collega’s die dat wel doen. Hij is heel creatief, heeft veel kwaliteiten. Ik denk dat hij een van de betere werknemers is die ze hebben. Meedoen is heel belangrijk, dat is hetzelfde als voor jou en voor mij. Ik zie daar geen onderscheid in.

Een advies over het leven, wat een vraag. Daar moet ik even over nadenken. Ik heb de waarheid niet in pacht, soms hopen mensen dat. Ik weet het ook niet. Zelf zoek ik het in de dialoog. Naar de ander luisteren, brengt me altijd verder. Ik denk dat dat voor iedereen geldt, het leidt tot wederzijds begrip. Dus probeer naar de ander te luisteren, probeer die ander te begrijpen. Dat vind ik ook zo leuk aan mijn werk. Ik mag iedere dag met mensen praten, over soms hele persoonlijke dingen. Ik kom heel dicht in iemands belevingswereld in een hele kwetsbare fase. Het gesprek aangaan is altijd weer waardevol. Voor jezelf en voor de ander.