Guido is de jongste in een gezin met vijf kinderen, zelfs zijn tweelingzus was hem nét voor. ‘Mijn oudste broer heeft het syndroom van down. Voor mij was dat heel normaal, ik heb nooit het gevoel gehad dat ik een broer had met een beperking. Hij deed altijd volledig mee in ons gezin, hij leerde lezen en schrijven en had zijn eigen taken in huis. Dat ik ben opgegroeid met het begrip dat iedereen mee kan doen in de samenleving, ongeacht of je een beperking hebt of niet, is absoluut een zegen voor mij geweest. Het raakt me diep als ik zie dat mensen worden buitengesloten.’
Daarom zet Guido zich al twintig jaar in voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt.
‘Het eerste leerwerkbedrijf dat ik opzette, was De Onthaasting in Amersfoort. Toen we klaar waren om open te gaan, zochten we mensen met een verstandelijke beperking om bij ons te werken. Dat bleek een uitdaging. Ouders waren bezorgd en zeiden: “Je wilt mijn kind in de horeca laten werken zonder dat hij of zij daar iets mee verdient, dat is uitbuiting.” Wij zagen dat anders en legden uit dat we hun kinderen wilden opleiden en waardevolle ervaring in de horeca wilden geven, zodat ze konden groeien om in de toekomst wél betaald te kunnen werken. Het is het pad dat een ieder van ons bewandelt. Ook ik ging eerst naar school, liep onbetaald stage en begon onderaan de ladder. Maar uiteindelijk leidde die route me wel naar een mooie betaalde baan.’
‘Een jaar na opening vierden we ons eenjarig bestaan. Als ik daaraan terugdenk, raakt het me weer, want diezelfde ouders kwamen naar ons toe om ons te bedanken dat we hadden doorgezet. Ze vertelden hoe hun kinderen ’s avonds thuiskwamen vol verhalen en hoeveel meer deel ze uitmaakten van de samenleving en van het gezin. Het werk bleek een enorme betekenis te hebben voor hun leven.’
Voor Guido staat vast dat zorg en werk hand in hand gaan. Werk is niet ondergeschikt, maar net zo belangrijk als behandeling en zorg. Iedere ochtend op weg naar zijn werk loopt Guido langs een majestueuze boom op het terrein van GGNet in Warnsveld. ‘Op het gebied van arbeidsre-integratie wordt al jarenlang hard aan de weg getimmerd, voor mij symboliseert die boom al die inspanningen. In de loop der jaren heeft dit geleid tot een enorm dikke boom die niet omver te krijgen is. Met het leerwerkbedrijf voor mensen met een psychische kwetsbaarheid, enten we nu een nieuwe tak met een andere aanpak in die boom. Mijn doel is dat die tak onderdeel wordt van die boom en op termijn zelfs voor verandering zorgt.’
‘Er is een verschuiving nodig, waarbij we mensen weerbaarder maken op de arbeidsmarkt en de focus komt te liggen op de kracht en kwaliteiten van mensen.’
De filosofie achter alle leerwerkbedrijven die Guido in de loop der jaren heeft opgezet, omvat een combinatie van commercie en sociaal ondernemerschap. ‘Mijn overtuiging is dat je pas sociale idealen kunt nastreven wanneer de commerciële basis stevig staat. Klanten komen dan voor de kwaliteit, niet uit medelijden. Dat laatste moeten we ook niet willen, want dat versterkt alleen maar stigma’s. Mensen bloeien op wanneer ze waardering krijgen voor hun prestaties. Werk speelt daarin een cruciale rol, dat heb ik zelf ook ervaren. Lang geleden, na het faillissement van het bedrijf waar ik werkte, heb ik twee jaar zonder werk gezeten. In die periode zakte ik mentaal weg; ik begon aan mezelf te twijfelen en mijn zelfbeeld kreeg een deuk. Het had ook invloed op mijn sociale contacten, ik had niks meer te vertellen en dacht dat ik niet meer interessant was. Naast zingeving en inkomen, biedt werk ook zelfvertrouwen en eigenwaarde. Onmisbaar voor je mentale welzijn.’
‘Ga dus altijd op zoek naar je eigen kracht en die van anderen. Geloof niet in het algemene plafond dat wordt gesteld. Iedereen heeft ergens een kracht; kijk hoe je die kunt benutten. Op die manier kun je levens van mensen aanraken en bijdragen aan hun levensgeluk en plezier.’
‘Als ik zelf niet zo sterk gefocust had op mijn eigen krachten, zou ik nooit zijn waar ik nu ben. We hebben allemaal onze sterke en zwakke kanten, ik ook. In tegenstelling tot mijn broer ben ik bijvoorbeeld niet erg goed in sociale contacten. Het spontaan aangaan van gesprekken met mensen vind ik lastig en dat is soms best belemmerend geweest in mijn rol als manager. Maar door me te richten op waar ik wel goed in ben, kan ik veel betekenen voor organisaties en mensen.’
‘Ik hoop dat we genoeg tijd hebben om te bewijzen dat we, met net even wat meer inspanning en een shift in aanpak, vele mensen aan het werk kunnen helpen. Dan zal die indrukwekkende boom nog veel ouder, wijzer en mooier worden.’