‘Mensen vallen vaak stil als ik over mijn werk vertel,’ zegt Evelyn. ‘Ik hoor zelden: goh wat leuk, vertel daar eens wat meer over,’ vult Sylvia aan. Vervolgens vertellen ze samen om en om en door elkaar heen hoe jammer dat is: ‘Er zijn zoveel mooie en inspirerende verhalen. Het beeld dat mensen hebben over iemand met een psychische aandoening klopt vaak niet en dat zorgt voor ongemak. Zo moeten wij geregeld uitleggen dat onze mensen dolgraag willen werken, om precies diezelfde redenen als jij en ik.’
Sylvia komt uit een ondernemersgezin, Evelyn uit een creatief nest. Bij Sylvia gaat het meer om de vorm, bij Evelyn meer om de inhoud. De verschillen tussen de twee directeuren van Twomorrow zijn enorm, maar juist dát is wat ze zo aan elkaar waarderen. ‘Niet hetzelfde zijn, is heel normaal.’ Iedere dag opnieuw ervaren zij waar die verschillen toe leiden. ‘Zonder Evelyn zou ik geen succes kunnen hebben.’ En andersom geldt precies hetzelfde.
Wat de twee bindt, is de overtuiging dat ieder mens potentie heeft en dat die kwaliteiten altijd wel ergens van pas komen op de arbeidsmarkt. ‘Wij hebben allebei veel vertrouwen in de veerkracht van mensen. Die vind je door te kijken naar de mens achter de aandoening.’
Wat mij drijft in dit werk? (Evelyn)
Op de basisschool moest ik altijd even naar de gang als er gebeden werd. Ook toen de voorbereidingen voor de communie werden getroffen, zat ik op een stoel buiten de klas. Later kreeg ik een bureautje voor als het wat langer duurde, dan kon ik iets zinnigs doen. Er werd een plantje op het bureau gezet, voor de gezelligheid. Als kind had ik het gevoel dat er iets mis was met mij, dat ik iets niet goed had gedaan. Ook al was ik niet gedoopt, ik had het verlangen om gewoon in die klas mee te doen.
Die parallel zie ik binnen de psychische gezondheidszorg. We hebben een aantal mensen op de gang gezet en zijn daarna begonnen met het aankleden van die gang. Veel mensen met een psychische aandoening koesteren het verlangen om mee te doen, om naar de klas te gaan. Maar steeds krijgen ze de boodschap dat ze niet voldoen, dat het niet goed genoeg is. Ze mogen niet onvoorwaardelijk in die klas zitten. Dat raakt me, als mens. Ik wil graag bijdragen aan dat mensen hun weg in de klas weer vinden, in het geval van Twomorrow is die klas een reguliere werksetting.
Wat mij drijft in dit werk? (Sylvia)
Als kind was ik niet erg dol op stroopwafels. Op het journaal had ik gezien dat er kinderen waren in Ethiopië die geen eten hadden. Ik dacht, weet je wat, ik stop die stroopwafel in een enveloppe en die stuur ik dan naar Ethiopië. Ik weet niet hoe oud ik precies was, nog niet groot genoeg in ieder geval om bij de brievenbus te kunnen. Ik heb mijn oppas gevraagd mee te lopen zodat zij mij op kon tillen om de stroopwafel te posten.
Van jongs af aan heb ik een wens gehad iets te kunnen betekenen voor mensen die naar mijn idee met een grotere uitdaging van doen hadden. Toch had ik als kind geen flauw benul wat ik later wilde worden. Mijn moeder is overleden toen ik een tiener was, hierdoor kreeg ik veel rollen thuis en dat ging mij prima af. Mijn vader suggereerde voor zijn “Boss Lady” dan ook een economische opleiding. Gaan studeren als eerste van de familie om alles eruit te halen wat erin zit. Dat vind ik ook het mooie, het mooie voor onze cliënten. Dat we samen kijken wat kan, kijken wat passend is in hun situatie om tot optimaal resultaat te komen.
Sylvia wist nagenoeg niets van psychische aandoeningen voordat ze Evelyn ontmoette. Evelyn wist op haar beurt minder van bedrijfsvoering. ‘Het is voor ons reiken geweest om elkaar te leren begrijpen en elkaar te kunnen verstaan,’ vertelt Evelyn.
In hun advies over het leven zijn Sylvia en Evelyn verrassend eenstemmig: Kies voor het leven, benut het!