Portret Wim Veling – Psychiater – Hoogleraar Psychiatrie

Blog-Peopleoftwomorrow-WimVeling

Verhalen van mensen hebben me altijd geboeid. Eigenlijk wilde ik journalist worden, maar ik was te verlegen. Ik zag mezelf niet vooraan staan met een microfoon. Mijn keuze voor geneeskunde was vrij willekeurig. Je bent zeventien en moet dan bedenken wat je de rest van je leven wilt qua werk, ik had geen idee. Ik dacht aan psychologie, maar een kennis van mijn ouders was huisarts en zei: je moet psychiater worden. 

Eenmaal basisarts kreeg ik een baan in Rotterdam bij de crisisdienst psychiatrie. Dat paste gewoon. De klik met mensen, weer die verhalen en ik genoot ook wel – met alle respect – van de rarigheden en de onverwachte avonturen. Zo heb ik eens een Marokkaanse matroos die psychotisch geworden was terug naar Casablanca gebracht. Hoewel we niet met elkaar konden praten, merkte ik dat het lukte om contact te maken. In de psychiatrie doe je veel op de relatie die je met mensen hebt. Daarop veranderen er dingen. Dat vind ik gewoon mooi. 

Voordat ik in opleiding tot psychiater ging, heb ik samen met mijn vrouw een half jaar in Afrika gewerkt. Een heel avontuur. Het was voor het internet tijdperk, we kregen een lijst bij het ministerie van buitenlandse zaken met ziekenhuizen waar Nederlandse tropenartsen zaten. Op een woensdagmiddag zijn we gaan bellen. Als er iemand opnam, vroegen we: ‘Is the doctor from Holland there?' Zo zijn we uiteindelijk in Zambia terecht gekomen, ergens in the middle of nowhere. Vanuit de hoofdstad zes uur in een bus en dan nog zes uur met een bootje. De tropenarts zei: ‘Welkom, kom maar.’ Onder zijn supervisie heb ik daar veel geleerd. 

Niet snel in paniek raken bijvoorbeeld. Je hebt bijna geen middelen en er gebeuren best heftige dingen. Ook leerde ik relativeren. We waren onder de indruk van de mensen daar. Mensen die helemaal niks hadden, maar ondanks alle tegenslag en ellende toch een soort levensvreugde uitstraalden. Dat was inspirerend. Afrika gaat in je zitten, dat gaat niet meer weg. De geur, de rode aarde, de mensen en opnieuw: de verhalen. 

Meerdere mensen komen na hun psychose de bank niet meer af: apathisch, verlies van initiatief en een gevoel dat het toch niet lukt. Daar kun je tegenaan praten wat je wilt, maar daar gebeurt niks.  

Voor IPS, ging het allemaal erg voorzichtig. Dagbesteding was vaak het eindstation voor mensen met psychose, ook wanneer ze arbeidspotentieel hadden. Daarin werden ze niet of te weinig gezien. Bij IPS draaien ze het om: Ze kijken eerst naar iemands wensen en mogelijkheden, zoeken dan een werkplek en zorgen vanuit daar dat het lukt. Van tevoren wordt nooit gezegd dat het niet kan. Dat wil niet zeggen dat het altijd lukt, maar er wordt gewerkt vanuit vertrouwen.  

Ik herinner me een jongen met affiniteit voor auto’s die in een garage aan het werk ging. Hij draaide als een blad aan de boom om. Het vuurtje kwam terug, de somberheid verdween. Alles klaarde op. Ineens was het leven weer de moeite waard. 

De kern daarvan is volgens mij de fundamenteel menselijke behoefte om ertoe te doen, erbij te horen. Dat gebeurt via werk en dat is zo krachtig. Daar zie je mensen enorm van opbloeien. En voor anderen werkt dat weer inspirerend. Die positieve verhalen moeten we veel meer vertellen.  

Een van de dingen die bijdraagt aan stigma is jargon. We maken dingen heel moeilijk en gaan snel erg medisch doen. Ik probeer er bewust op een normale manier over te spreken en het niet ingewikkeld te maken. Ik ben inmiddels als hoogleraar op een plek beland waar ik kansen heb om dit soort verhalen meer te vertellen en mijn bijdrage te leveren aan het normaliseren van psychische klachten. Ook dat hoort nu eenmaal bij het leven en bij onze maatschappij. Er zijn zoveel mensen die serieuze psychische problemen hebben of hebben gehad. Dat is niets bijzonders, dat kan gebeuren. Het is niet niks, maar het hoort erbij. De meesten zijn vooral ook weer lekker aan het werk.  

Het taboe heeft te maken met als zwak gezien worden: jij kunt het niet aan, het is je eigen schuld. Zelfs in de gezondheidszorg ligt er een stigma op psychiatrie. Het wordt onnodig groot gemaakt, zeker bij psychoses. De beeldvorming daarover wordt bepaald door incidenten die in de media komen.   

Het enige wat werkt, is verhalen vertellen. Je moet het laten zien om te bevestigen dat het in de samenleving thuishoort en dat het oké is en niet raar. Dus: zet je deuren open en maak contact. Daar wordt het leven mooi van. Kijk voorbij de rarigheid die je niet kunt volgen, daar achter zit gewoon een mens die in heel veel opzichten op je lijkt. Als onze labels en oordelen wegvallen, gebeuren er mooie dingen.