Portret Femke Vonk – Student – Veluws College Walterbosch

Fam. Vonk-1195

‘Een grote snoeper ben ik nooit geweest, maar ik genoot wel altijd van eten. Mama’s spaghetti en haar zelfgemaakte pizza waren mijn favorieten. Ik dacht er niet bij na: als ik een koekje kreeg, at ik het op; trakteerde iemand op chips en werd er een tweede zakje aangeboden, dan zei ik geen nee.’ 

Femke was een vrolijk kind dat makkelijk contact maakte en veel vriendjes en vriendinnetjes had. Een stoer meisje met een grote liefde voor sport. ‘Turnen, acrogym, paardrijden, skiën en kickboksen, sporten was mijn tweede natuur. Ik genoot van al die verschillende toestellen, de oefeningen die je aan elkaar knoopt, samen een toren bouwen en hoe ik dan als bovenpartner in de lucht gegooid werd om vervolgens een salto te maken. Ik won ook best vaak, dat maakte het extra leuk natuurlijk.’ 

En toen kwam corona. 

‘Alles viel weg. School stopte, sport stopte. Ineens zat ik thuis achter mijn laptop en kon ik verder niet zoveel. Samen met een vriendin besloot ik te gaan hardlopen, zo bleven we in conditie en zagen we elkaar. Tegelijkertijd begon ik gezonder te eten. Het ging heel geleidelijk, het sporten werd dwangmatiger en gezonder eten werd minder eten of niet eten. Toch had ik niet in de gaten wat er met me aan de hand was, dát er iets aan de hand was. Het besef hoe slecht het met me ging, kwam pas tijdens mijn ziekenhuisopname toen op een avond een verpleegster liet doorschemeren dat ik bijna doodging.’ 

De ouders van Femke vertellen hoe de eetstoornis haar helemaal overnam, hoe ze hun kind verloren, omdat de stem in haar hoofd groter werd dan Femke zelf. Anorexia is een afschuwelijke ziekte, die het midden houdt tussen dwang en verslaving. Het heersende beeld van anorexia is het jonge, bleke, magere meisje dat niet eet, maar het gaat over veel meer dan ondergewicht en niet eten.  

Het wordt onderschat hoeveel impact zoiets heeft, het beheerst het leven van het hele gezin. Alles moet gepland worden rondom de zes eetmomenten, dat drukt het gezin in een keurslijf. Je kunt er niet even een weekendje tussenuit, want dat doorbreekt de structuur. Mensen uitnodigen is lastig, omdat gezelligheid nu eenmaal vaak samengaat met eten en drinken en precies dat verhoogt de spanning. De vader van Femke heeft zijn werk een tijdlang stil gelegd om zijn dochter te begeleiden, ook dat moet je financieel maar kunnen dragen.  

Het niet weten hoelang het nog duurt, geeft een machteloos gevoel. Als iemand een been breekt, weet je: zes weken gips en dan revalideren. Bij een psychische kwetsbaarheid als deze is er geen enkele houvast. ‘Je bent continue in gevecht in je hoofd,’ vertelt Femke. ‘De hele dag door, het is slopend. Soms ben ik zó moe, dat ik denk: nou, laat dan maar. Niet dat ik dood wil, maar ik kan het vechten dan niet meer opbrengen.’ 

Hoewel Femke nog onderweg is, zijn er inmiddels wel lichtpuntjes. 

‘Afgelopen winter stond ik voor het eerst weer op de latten. Ik heb altijd enorm genoten van skiën, maar lange tijd kon dit niet omdat ik te zwak was. Nu stond ik daar en zwierde de berg af. Het voelde als een overwinning, ik had zo hard gewerkt en nu ervaarde ik waarvoor ik dat had gedaan. Vanaf die vakantie proefde ik hoe het ook alweer was, ik kreeg steeds meer zin in dingen. Door mijn eetstoornis was ik in een sociaal isolement terecht gekomen, ik ben goede vriendinnen verloren en vriendschappen zijn veranderd. Omdat ik nu weer naar school ga, krijg ik meer contacten, ik heb nieuwe vrienden gemaakt. Dat ik weer deel uitmaak van het normale leven, is mentaal erg belangrijk. Hierdoor ervaar ik steeds vaker positieve momenten en gaat het ook weer eens ergens anders over. School draagt zeker bij aan mijn herstel: even het huis uit, afleiding, ergens onderdeel van zijn. Zoiets simpels als in een groepsapp zitten, ik krijg weer dingen mee.’  

Langzaam maar zeker komt Femke terug. 

‘Onze hond Django heeft veel voor me betekend. Als ik een paniekaanval had, sprong hij op mijn schoot. Hij likte en blafte om me terug te halen in het hier en nu. Hij maakte me rustig. Een hond heeft geen oordeel en geeft geen advies, hij zegt niets, maar is er gewoon.’ Daar kunnen wij mensen nog veel van leren.   

‘Nu ik er van buiten weer beter uitzie, zeggen mensen vaak: “Hé, je bent beter, wat fijn dat het zo goed met je gaat.” Ze denken dat het weg is, maar dat is niet zo. De strijd in mijn hoofd is nog niet gestreden. Ik vind het belangrijk dat mensen dat begrijpen en daarom ben ik er open over. Altijd geweest, net als mijn ouders die familie, vrienden en bekenden op de hoogte houden via een appgroep. Natuurlijk was ik bang dat mensen me raar of eng zouden vinden, maar ik merkte juist dat openheid zorgt voor begrip en betrokkenheid. Ik heb zoveel kaartjes en kleine cadeautjes gekregen in de loop der tijd.’ Al die lieve woorden bewaart Femke in een schoenendoos. Zo belangrijk kunnen jouw gebaar en aandacht dus zijn.