Portret Mariëlle Post – Trajectbegeleider Twomorrow

Blog-PeopleofTwomorrow-MariëllePost

Is het normaliseren van psychische kwetsbaarheden haalbaar?  

Het is er gewoon. Je hoeft niet te doen alsof het er niet is, daarmee bagatelliseer je het ook. Je kunt er wel voor zorgen dat iemand, of het nu om een psychische of lichamelijke kwetsbaarheid gaat, zo volwaardig mogelijk mee kan doen in de maatschappij. Dat is de uitdaging en ik hoop dat dát haalbaar is. 

Mariëlle Post werkt nu ruim twee jaar bij Twomorrow als trajectbegeleider. Volgens directeuren Evelyn en Sylvia ademt zij de visie van het bedrijf. 

‘Wat een zwaar werk’, zeggen mensen vaak als ik vertel dat ik in de psychiatrie werk. Dat is het beeld dat veel mensen hebben. Terwijl er zoveel meer is. De mensen met wie ik werk willen graag een nieuwe of andere rol aannemen door weer aan het werk te gaan. Dat is niet zwaar, dat is inspirerend en bovendien heel gezond. 

Wat me opvalt, is dat niet alleen de samenleving stigmatiseert, er is ook veel zelfstigma. Mensen identificeren zich met hun kwetsbaarheid, soms sluiten ze zichzelf uit voordat een ander het doet. Als trajectbegeleider probeer ik dat te doorbreken: ‘Dat kan wel zo wezen dat jij een kwetsbaarheid hebt, maar je bent niet je ziekte. Je ziekte hoort bij jou, maar jij bent veel meer.’ Ik spreek het gezonde in mensen aan en zoek altijd naar het hoogst haalbare met iemand. Het moet gaan over wie ben jij en wat zijn je kwaliteiten? Daar gaan we mee aan de slag. Als je in jezelf gelooft, kun je de wereld ook beter laten zien dat jij er bij hoort. 

In mijn werk kom ik veel jonge mensen tegen van mijn leeftijd die een hele andere jeugd hebben gehad dan ik, dan realiseer ik me hoeveel verschil het maakt waar je opgroeit, in wat voor gezin. Mijn jeugd was goed en onbezorgd. Ik had geen ouder die verslaafd was of te vroeg dood ging, niet de ellende van een gebroken gezin. Ik ben opgegroeid in het ouderlijk huis van mijn opa, een oude boerderij aan de rand van 't Harde. Het was een soort kinderboerderij, we hadden paarden, ganzen, kippen, een paar geitjes. Als meisje was ik altijd buiten, struinen door het bos, paardrijden of met mijn drie jongere broertjes het maisland in. Door mijn werk ben ik me extra bewust van hoeveel geluk ik heb gehad. Ik voel me dankbaar voor wat het leven mij gegeven heeft.  

Mijn ouders stimuleerden me altijd om mijn eigen beslissingen te maken. Op de basisschool was het advies: ‘Ga jij maar naar kader. De hele dag in de boeken zitten, dat werkt niet voor jou.’ Daar was ik het niet mee eens. ‘Ik ga de havo doen,’ zei ik tegen mezelf. Het eerste en tweede jaar heb ik daar hard voor gevochten, maar het ging inderdaad niet. Na het vmbo ben ik alsnog naar de havo gegaan. Mijn ouders vonden dat prima, al zeiden ze wel: ‘We gaan niet iedere avond zeggen dat je je huiswerk moet doen.’ Twee jaar later heb ik de havo gehaald. Tegenslag is er en het mag er ook zijn. Ik probeer er alleen niet te lang in te blijven hangen. Ik ben vrij nuchter en oplossingsgericht: dit is vervelend, dit is naar, maar er zijn ook positieve dingen, we moeten door. Dat is het gesprekje dat ik met mezelf voer als iets niet mee zit.  

De schone taak die voor ons ligt, is mensen zoveel mogelijk zelf te laten doen. Doe je dat niet, dan zeg je eigenlijk: jij kunt het niet alleen. Ook richting de samenleving bevestig je dat beeld op die manier.  Het maakt mensen afhankelijk en gaat ten koste van hun zelfvertrouwen. Ik probeer te normaliseren door niet te problematiseren. Het liefst ben ik niet nodig. 

Iedere dag merk ik opnieuw hoe belangrijk het is om mensen in hun waarde te laten. Mensen kunnen een psychische kwetsbaarheid hebben, maar zo anders maakt ze dat niet. Behandel de ander zoals je zelf ook behandeld wilt worden. Praat zoals je zelf ook wilt dat er tegen je gepraat wordt.  

Als gelijke.